Going local in Tana
7 October 2006, 18:25Ik zit nu 4 dagen in Tana maar heb maar weinig contact gehad met vazaha, de Malgache naam voor witnekken. Met de locale bevolking des te meer, het is onmogelijk om er geen contact mee te hebben. De verhalen die ik heb gehoord zijn waar: nergens heb ik de mensen zo aardig en gastvrij meegemaakt.
Het begon bij mijn eerste slaapplaats. Oorspronkelijk was het plan om de eerste nacht in een pension te slapen dat mede wordt beheerd door vrienden van bekenden. De communicatie was niet helemaal goedgegaan, op het vliegveld was er niemand. Ik had telefoonnummers maar op het nummer van het pension was geen antwoord; de pensionhouders gaven wel thuis. Door die oplichter van een taxichauffeur ben ik daarheen geloodst.
Ik was in de veronderstelling dat Henri en Marie-Claire (zo heten ze) vlakbij het pension woonden maar dat bleek niet zo te zijn, het pension was bijna aan de andere kant van de stad. Ik werd geweldig ontvangen, en in allerhaast werd een kamer voor me gereed gemaakt, de overduidelijk nog zeer actief bewoonde kamer van een dochter die er niet was. Jammer want aan de foto’s te zien is het een leuk meisje. Na een korte maar toch wel goede nachtrust kreeg ik een malgache ontbijt: rijst, gebakken eieren en frietjes. Ik heb flink Frans lopen lullen en dat ging me best goed af, ik kreeg er zelfs complimenten over. Het verstaan was moeilijker. Na het ontbijt hebben ze me de stad een beetje laten zien vanuit hun volkswagen kever, en zijn we wat hotels afgegaan. Het pension lag wel heel erg afgelegen en was bovendien helemaal leeg. Uiteindelijk een goed en goedkoop hotel gevonden waar ik nu nog zit, en in ieder geval tot maandag blijf.
De eerste dag natuurlijk ook even nerden in het cybercafe, en toen ik terug liep werd ik aangesproken door Kita. Hij wilde mijn gids wel zijn. Ik had daar niet zo’n zin in maar hij had toch misschien wel wat te bieden. Zo kreeg ik na een kort praatje al goede en kritische tips over mijn reisplan. Terug bij het hotel vroeg hij om een biertje, Three Horses Beer dat in flessen van 65cl wordt verkocht, en we raakten in gesprek en het leek me toch wel een geschikte kerel. Leraar aardrijkskunde, gitarist en muziekliefhebber en ook nog eens pothead. Ik zweer je dat ik over dat laatste niet zelf ben begonnen maar dat gelooft natuurlijk niemand.
De volgende dag bracht hij me meteen wat eerlijke in Mada gekweekte handelswaar mee. Hij nam me mee om zijn superkleine en provisorische huis te laten zien waar we wat gerookt hebben. Ik merkte er alleen niets van, het was echte schwag, maar Kita beloofde me later beter spul te brengen. Daarna heb ik ook kennis gemaakt met zijn vrouw en dochtertje. Ik kon mee-eten met het gezin: een koude gemengde salade (waarmee ik alle “gezond op reis in de tropen” adviezen bijna brak), rijst met groente en ei en een banaan toe. Daarna hebben we de blue hills bezocht, een van de niet zo heel tqlrijke toeristentrekpleisters. Best interessant en het zicht op Tana vanaf dit hoogste punt was mooi maar ik loop liever door het echte leven in een stad dan dat ik naar een opgemaakt bed kijk, “hier sliep de koningin” en pollepels bewonder, met het zeer nuttige bordje “pollepel”, vergezeld van talrijke waarschuwingen: “ne pas toucher! ne pas fumer! ne pas photographer!”
Vrijdagavond, dus uitgaan. En dat kan heel goed in Tana. Kita kwam met zijn zwager en een shitload aan wiet aanzetten. Eerst sneaky wat gerookt in de hotelkamer en daarna naar een snackbar om wat te eten. Nou is dat daar wel wat anders dan hier, geen berenlullen en bamihappen maar zebu-spiesjes die op straat voor je bereid worden op de bbq. Je moet ze wel zelf omdraaien en je zit op een piepklein gammel bankje. Toen ik ging zitten lanceerde ik met mijn gewicht een klein dun meisje dat aan het andere eind zat, en elke keer als ik opstond donderde ze 20 cm nqqr beneden. Ik en de zwager (waarvan ik de naam niet meer weet) namen bier maar Kita ging heel stoer aan de rum, en niet een kleine fles ook. Had hij dat maar niet gedaan…
Na het eten naar de bar van Hotel Glacier, waar een goede Afrikaanse band zou spelen. Dit is een geliefde uitgaansplek, voor locals maar ook voor vazaha en de daaropafkomende hoertjes. Best wel ranzig om allemaal lompe dikbuikige blanke halve bejaarden met een klein meisje aan de arm te zien die soms nauwelijks ouder konden zijn dan 15 of 16. Maar het waren vooral de meisjes die de vazaha lastigvielen, niet andersom, ook ik kreeg genoeg aandacht en ik wist dat het ze alleen om mijn geld ging maar ik heb me desondanks goed vermaakt.
Ik was wat aan het flikflooien met een wel heel erg mooi meisje (ze was 25 ja! dat heb ik wel ff gechecked!) toen Kita me naar buiten nam om me wat te vertellen. Zal wel neerkomen op “pas op pas op ze is alleen op je geld uit hoor!!” dacht ik, iets wat zo fucking obvious was, maar er bleek dat hij ladderzat was en hij begon een heel warrig verhaal in een mengeling van malgache, frans, engels en duits waar ik geen touw aan vast kon knopen. Hij was flink de weg kwijt, en wankelde op zijn benen en mocht de bar zelfs niet meer in. Ik heb toen zijn zwager er maar bijgehehaald en die heeft hem in een taxi gestopt.
Toen ik terug de bar inliep zag ik mijn schone aan de armen van een zeer lelijke en dikke Fransoos. Toen ben ik ook maar op hotel aan gegaan, het was al bij enen en de volgende dag was er ook al iets gepland voor 8 uur. In het hotel gekomen bekeek ik het entreekaartje nog eens. Deze avond bleek het 13 oktober 2003 te zijn en ik was naar een concert in het “centrum de tennis” geweest. De oude prijs was doorgestreept en een nieuwe in pen bijgezet. Â
Boefje!